- Nederlands
Het is positief dat Nederland partij is bij de meeste relevante internationale en regionale instrumenten, maar er zijn een aantal hiaten in het landelijke wettelijke kader om staatlozen te beschermen en staatloosheid te voorkomen. De definitie van een staatloze in de Nederlandse wet is beperkter dan het Verdrag van 1954. Vanaf 2023 kan staatloosheid worden vastgesteld door de civiele kamer van de rechtbank in Den Haag of in het geval van 'evidente staatloosheid' door bepaalde overheidsinstanties en gemeentes. Ondanks de invoering van deze vaststellingsprocedure, leidt erkenning als staatloze niet tot verblijfsrechten of een beschermingsstatus, wat bijdraagt aan de beperkte bescherming die beschikbaar is voor staatlozen in het land. Hoewel in de wet bepaalde beschermingsmaatregelen en waarborgen tegen willekeurige detentie zitten, wordt er in de praktijk gebruikgemaakt van vreemdelingenbewaring, waardoor staatloze personen zonder verblijfsrecht risico lopen op detentie.
De Nederlandse nationaliteitswetgeving bevat waarborgen om staatloosheid te voorkomen bij vondelingen en geadopteerde kinderen. De waarborg voor kinderen die in Nederland staatloos worden geboren is echter niet automatisch van kracht. Het vereist ofwel een ononderbroken, rechtmatig verblijf van ten minste drie jaar of een ononderbroken ‘stabiel hoofdverblijf' gedurende vijf jaar met aanvullende strenge criteria. Kinderen van een ongetrouwde Nederlandse vader en een buitenlandse moeder zijn ook in het nadeel. De wet voorziet in universele, onmiddellijke geboorteregistratie en alle kinderen krijgen een geboorteakte; maar ouders zonder wettig verblijf of die belangrijke documenten missen, kunnen geconfronteerd worden met obstakels en de procedure voor late geboorteregistratie is ingewikkeld.
Robin van Oene, ASKV
Aanvullende middelen
Evaluatietoets
Aanvullende info